‘Wat doe jij zelf eigenlijk?’
‘O, ik ontwerp wat dóór op wat Sjaak aanlevert en DTP het dan aan elkaar.’
Het wordt mij inmiddels duidelijk dat ik me behoorlijk wat jargon eigen moet maken, wil ik op de langere termijn geloofwaardig blijven. Natuurlijk wil ik haar doen geloven dat ik weet waar zij het over heeft en vraag ‘Waar werk je zoal mee?’
Mijn kennis van het maken van drukwerk gaat niet verder dan de Adler typemachine waar ik ooit het Bestiarium mee schreef. Maar vermoedelijk loop ik ietwat achter in technische ontwikkelingen.
‘Een PowerMac, maar ik kan niet wachten tot we de nieuwe G3 krijgen. Het is net alsof met iedere snellere machine de programmatuur ook zwaarder wordt. In ieder geval schiet het niet echt op.’
Ik merk dat ik programmatureluurs dreig te worden en dirigeer het gesprek naar voor mij bekender terrein.
‘Ik zag net aan de muur die ets van ’n griffioen? Gezien het feit dat jullie hier vaker zullen komen, weten jullie wanneer die ets gemaakt is en door wie?’
Clementine doet haar mond al open om te antwoorden, als er ineens naast ons een dienstertje opduikt. Geheel in stijl met de rest van het etablissement is ze klassiek gekleed in een zwart mini-jurkje met wit kanten voorschoot. Ze ziet er snoezig uit. Alleen jammer van de modieuze, vierkante bril, die dus volkomen detoneert met de uitstraling van de rest van de omgeving.
‘Wilt u al wat te drinken bestellen?’ vraagt ze in verstaanbaar nederlands, zij het met een Pools accent.
Adriaan kijkt me onderzoekend aan. Net als ik probeert hij een inschatting te maken wie uiteindelijk voor de rekening opdraait. Misschien was het uiteindelijk wel een beter idee geweest om te wedden om een solide geldbedrag... Het beschikbaar komen van Clementine’s eerbaarheid was waarschijnlijk toch maar een kwestie van tijd geweest, gezien haar liberale reactie op de pikante omstandigheden van onze kennismaking.
vrijdag 30 mei 2008
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten