Ceciel komt het fris reukende vertrek binnen en treft daar de vrouwelijke helft van de weddenschap aan. Ze wast haar handen met water en in onschuld.
‘Zeg eens Clementine,’ vraagt Ceciel, terwijl ze zich vertrouwelijk overbuigt naar de dame, ‘Het hele kantoor barst van de nieuwsgierigheid. Is het van satijn of niet?’
Clementine barst in lachen uit en zegt dan vrolijk: ‘Jou kan ik het wel vertellen, het is inderdaad van satijn.’
‘Heb je het gehoord, jongen?’ bast Ceciel.
Vanuit de al tijden door mij bezette tweede toilet antwoord ik: ‘Jazeker! En ik heb gewonnen!’
* * *
‘Wel sportief blijven, hé?’ probeer ik het een half uur later nog eens.
‘Ik peins er niet over!’ snibt Clementine, ‘Jij speelt vals! Het is streng verboden voor heren in de dames. Maar ik weet het goed gemaakt, jullie mogen me samen mee uit eten nemen. Ik heb nog wel een vriendin die meekan, zodat we met een even aantal zijn. Bovendien is mijn aaibaarheid, o nee, éérbaarheid dan beter gewaarborgd.’
Ik kijk Adriaan aan.
‘Altijd doen,’ fluistert die, ‘Anders kan je je welverdiende prijs helemaal wel schudden.’
‘Vooruit dan maar,’ zucht ik, ‘Bij jou, bij ons of op neutraal terrein?’
‘In de Vergulde Griffioen,’ zegt Clementine beslist, ‘De enige plek hier waar ze nog fatsoenlijke oesters serveren.’
Adiaan en ik kijken elkaar veelbetekenend aan. Alles is nog niet verloren!
2 opmerkingen:
Hoi,
Leuke stukjes! Ik kijk weer uit naar de volgende....
Vooral door blijven gaan.
Groetjes, Arina
Ja inderdaad,ik herken het toontje helemaal; en ook de absurditeit van de situaties. Heel leuk !!Verder krijg ik een Godfried Bomans-gevoel. Ik moet me nog eens beraden wat dat betekent.
Pieter
Een reactie posten